basisBegrippen textiel.
een overzicht van de basisbegrippen textiel,
gaande van weven, de afwerkingen en de grondstoffen
en als laatste de bekendste textielmotieven.
Weven
weefgetouw – kettingdraden of schering – inslagdraad – binding – bindpunt
soorten bindingen : – atlasbinding – basket weave – platbinding – effenbinding – linnenbinding – ripsbinding – keperbinding – twill – matjesbinding – natté – panama binding – poolweefsel – satijnbinding – terugkerende keper
Afwerkinsprocessen
ausbrenner – chenille – kammen – merceriseren – peach finish – tuften – twisten – twijnen – walken – vollen – vervilten
Textiel grondstoffen
natuurlijke stoffen
dierlijke stoffen
plantaardige stoffen
bamboo – bamboe-lyocell of bamboe-linnen – bamboe-viscose of bamboe-rayon – jute – katoen – linnen– lijnwaad
half-synthetische stoffen
acetaat – crupo – Lyocell – modal – Rayon – tencel – viscose
synthetische stoffen
acryl – Acrylvezel – polyacryl – polyacrylonitril – dralon – elastaan – elastomeer garen – neopreen – polyester – polyamide – nylon
Textielmotieven
hanenvoet – paisley motief – tartan of schotse ruit – polkadot – pied-de-poule – prince-de-galles of Prince of Wales – toile de Jouy – vichy
weven
De weving bepaald samen met de vezelsoort het uitzicht van de stof. Al sinds oudsher worden natuurlijke vezels geweven tot stoffen.
weefgetouw

Op een weefgetouw zijn evenwijdig draden (kettingdraden) gespannen waar tussen haaks draden (inslagdraad) getrokken worden. Deze draden zijn meestal strak tegen elkaar aangedrukt.
kettingdraden of schering

De kettingdraad loopt over de lengte van het weefsel.
De draden zijn in de lengterichting opgespannen en lopen evenwijdig van elkaar en evenwijdig aan de zelfkant van het weefsel..
inslagdraad

De inslagdraden zijn de horizontale draden in de stof . Deze draden zijn op en neer tussen de kettingdraden gevlochten en lopen loodrecht op de kettingdraden.
De inslagdraden worden een voor een met een schiet- of werpspoel horizontaal tussen de schering door, heen- en weer bewogen. Deze inslagdraden zijn strak tegen elkaar aangedrukt en vormen zo een doek.
Het zijn de draden die men kan uitrafelen van de ene zelfkant naar de andere.
binding

De binding is de manier waarop ketting- en inslagdraden elkaar in een weefsel kruisen. Het verloopt volgens een regelmatig terugkerend patroon.
De binding is in grote mate bepalend voor het uitzicht en de sterkte van het weefsel.
bindpunt
Dit is het kruispunt tussen ketting – en inslagdraad. Daar waar de inslagdraad boven of onder de kettingdraad komt.
Soorten bindingen
platbinding – effenbinding – linnenbinding

synoniemen: effenbinding –platbinding – linnenbinding
Het is een sterke, vaste binding, meestal met een relatief kleine dichtheid van draden. Het is de binding met het grootst mogelijke aantal verbindingen tussen ketting- en inslagdraden.
De inslagdraden liggen beurtelings boven en onder de kettingdraad. Ofwel het weefgetouw weeft 1 op, 1 neer en de volgende inslagdraad weeft het spiegelbeeld. Het weefsel heeft een regelmatig uiterlijk en is zeer stabiel.
ripsbinding

Een speciale vorm van de linnenbinding is “de ripsbinding”. Door meerdere of dikkere inslagdraden te gebruikt ontstaan de ribbels.
kettingrips
Voor kettingrips worden meerdere of dikkere draden gebruikt als inslagdraad en zo ontstaan de ribbels in het weefsel. Bovendien lopen de ribbels lopen over de gehele breedte van het weefsel, van zelfkant tot zelfkant. De dikkere draden lopen in de breedte en zo ontstaat een kettingrips of breedterips. Dit is de meest gebruikte soort rips.
lengterips
De lengteribbels ontstaat door een dikke kettingdraad te gebruiken of twee of meer naast elkaar gelegen kettingdraden tegelijk de inslag te laten binden. Zo ontstaan ribbels in de lengterichting . Inslagrips of lengterips genoemd.
keperbinding – twill


Keperbinding kenmerkt zich door diagonaal lopende lijnen over de stof: de keperlijnen.
De keper is gevormd door voor iedere inslag het bindpunt zijwaarts, een of meerdere draden in één richting te verplaatsen. Hierdoor schuiven de bindpunten op in schuine lijn; dit vormt het typische aanzicht van een keperweefsel. De karakteristieke diagonale lijnen in het weefsel lopen door van de rechterbenedenhoek tot aan de linkerbovenhoek .
Door de bindingspunten te veranderen krijgt men een verschillende keper structuur.
terugkerende keper
Bij een terugkerende keper of spitskeper ontstaat door regelmatig verspreid over het weefsel de keperrichting om te keren.
panama binding – matjesbinding – natté – basket weave

Panama binding is een variant van de typische platbinding. Bij een panama binding worden er meerdere inslagen en kettingdraden parallel geweven. Dit zorgt voor de vlakke, blokachtige structuur van de stof. Kenmerkend voor de stof is ook dat de weefstructuur goed te voelen is.
De panamabinding, wordt ook wel ‘matjesbinding’, ‘natté’ of ‘basket weave’ genoemd.
satijnbinding – atlasbinding


De satijnbinding is een weeftechniek, waarbij de kruispunten van de ketting- en inslagdraden gelijkmatig verspreid liggen en de bindpunten elkaar niet raken. Door deze techniek zijn de garens heel dicht op elkaar geweven, waardoor het weefsel soepel wordt.
Door glanzende inslagdraden en matte kettingdraden te gebruiken is de glanzende en matte kant van satijn gevormd. Dit geeft het weefsel een luxe uitstraling.
Daar de bindpunten elkaar niet raken ontstaat er geen kenmerkende lijn in het weefsel. Daardoor is de structuur van de voor- en achterkant van een satijnbinding verschillend . De satijnbinding is ook gebruikt om jacquard- en damast te weven .
Voorzijde – achterzijde

poolweefsel

soorten poolweefsel : badstof, fluweel, ribfluweel, fleece
poolweefsel is stof waarbij de grondweefsels naar buiten uitstekende lusjes of gareneindjes bevatten. Deze zijn gevormd door toepassing van een poolketting ofwel een poolinslag.
Weefsel met dicht op elkaar gepakte gesneden vezels of opgesneden lussen aan de oppervlakte. Het weefsel voelt doorgaans zacht aan.
Dit type stof wordt gekenmerkt door een pool , draadjes of een lusvormig oppervlak dat zich uitstrekt boven het oorspronkelijke weefsel. En heeft meestal een richting waarin de lusjes of draadjes lopen.
afwerkinsprocessen
Sommige stoffen doorlopen nog een afwerkingsproces .
ausbrenner

Een ausbrenner behandeling is een techniek waarbij een deel van de stof wordt weggevaagd door chemicaliën waardoor een patroon zichtbaar wordt. De basisstof bestaat uit twee grondstoffen. De chemicaliën worden aangebracht in een bepaald patroon en tasten één grondstof aan waardoor een semi-transparant patroon ontstaat en zo ontstaan er doorzichtige vlakken. De stof is op de hierdoor op bepaalde plaatsen transparant.
Chenille

Chenille garen is een kunstvezel met een eigen ‚ziel‘. Het binnenste van het garen wordt inderdaad ‚ziel‘ genoemd. Het gaat om twee draden die vast om elkaar heen worden gesponnen tot één draad. Tijdens het proces ontstaan de fijne haartjes die door de gesponnen draden op hun plek worden gehouden. De binnenste draden zijn uiterst scheurvast waardoor het garen zeer slijtvast wordt
Voor chenille garen worden twee verschillende draden gebruikt. Een dunne draad wordt omwonden met een dikke, zacht gesponnen draad. Na het twijnen wordt deze dikke draad over de lengte van het garen doorgesneden, waardoor de draadeindjes uit gaan staan, het zogenaamde haar.
kammen

Het kammen gebeurd tijdens het spinnen die handeling wordt wolkammen genoemd. Hierdoor worden alle onregelmatigheden en korte vezels verwijderd waardoor er een glad gesponnen ruwvezelgaren ontstaat: kamgaren. Dit garen is niet alleen regelmatiger, maar ook minder volumineus en minder warmte-isolerend.
Het kammen gebeurd meestal bij wol of katoen, daardoor zijn de draden zachter, glanzender en stralender, slijtvaster en beter wasbaar. En zijn geschikt voor de productie van hoogwaardige kledingstoffen.
merceriseren

merceriseren, het is een vorm van textielveredeling. Dit wordt toegepast op katoenen garens of weefsels. Het katoen wordt onder trekspanning blootgesteld aan een geconcentreerde natriumhydroxideoplossing. De vezels zwellen op, de dwarsdoorsnede van de vezel verandert van niervormig naar rond. De twist verdwijnt grotendeels en de lengte van de vezels is tot 25% verminderd.
Deze structurele veranderingen leiden tot een meer glans en sterkte, beter verf opnemend vermogen en betere maatvastheid.
Merceriseren is een dure bewerking en verhoogt de kwaliteit van katoen. Niet alle katoensoorten zijn voor merceriseren geschikt.
Gemerceriseerd katoen wordt ander andere gebruikt voor borduurgaren (fil d’écosse), satinetten, popeline en katoenen damasten.
twisten – twijnen

Losse vezels van materialen als wol, vlas en katoen zijn niet geschikt om mee te weven, naaien, breien, haken of touw te slaan. Ze moeten daarom eerst tot bruikbare draden verwerkt worden.
Bij het spinnen of twisten worden vezels in elkaar gedraaid waardoor ze onderling niet meer kunnen verschuiven en een draad vormen. Maar deze enkele draad is nog niet sterk genoeg om te gebruiken. Om een nog sterkere draad te krijgen, kunnen twee of meer draden nogmaals om elkaar heen gedraaid zijn dit is het twijnen van draden.
Twee samen getwijnde draden noemen we tweedraadsgaren, drie getwijnde draden driedraadsgaren enz
peach finish

Een peach finish is een speciale afwerkingsbehandeling die ervoor zorgt dat stoffen een fluweelzachte en fluweelachtige textuur krijgen, vergelijkbaar met de huid van een perzik. Deze behandeling zorgt voor een zijdezacht gevoel en verbetert het comfort van de stof, waardoor het ideaal is voor kledingstukken die men direct op de huid draagt.
tuften

Tuften is een methode om hoogpolig textiel, zoals fluweel, velours, pluche en hoogpolig tapijt, te vervaardigen. De techniek is ontstaan in de jaren 1950 in de Verenigde Staten. Tuften kan zowel automatisch als handmatig met een handtuftgereedschap gebeuren .
De voornaamste toepassingen van machinaal getuft materiaal zijn: kamerbrede vloerbedekking, vloerkleedjes, badkamermatten, vloerbedekking in auto’s, kunstgras en velours. Ook kun je met een handtuftgereedschap vloerkleden en wandtapijten tuften. Een handtuft gereedschap blaast een plukje garen met behulp van luchtdruk door een stramien. Hierbij heb je meer mogelijkheden qua aantal kleuren, patroon en vorm. Handtuften is een ambacht en arbeidsintensief.
walken – vollen – vervilten

Dit is een afwerkingsproces bij textielverwerking waarbij beweging zorgt is dat de wol vezels in elkaar gaan haken. Er vormt zich een compacte stoflaag en de geproduceerd stof is dikker, compacter en steviger is. Bij zwaar, gevild textiel ziet men de weefstructuur niet meer.
Vervilten gebeurt door hitte, druk en vocht te gebruiken op weefsel om het samen te drukken.
Walken betekent dat de wollen stof in warm water met een licht zure pH-waarde steeds weer wordt gekneed, samengedrukt, aangestampt en heen en weer wordt gedraaid.
textiel grondstoffen
Textielgrondstoffen kan men indelen in 3 grote groepen namelijk natuurlijke stoffen, semi-synthetische stoffen en synthetische stoffen.
natuurlijke stoffen
De natuurlijke stoffen zijn nog eens onderverdeeld in dierlijke stoffen en plantaardige stoffen.
De dierlijke stoffen zij meestal afkomstig van de wol van een dier en ook van de zijderups voor zijde stof.
De plantaardige stoffen komen van de vezels van een plant de belangrijkste zijn katoen, vlas, hennep, bamboe
dierlijke stoffen
wol

Wol bestaat uit zachte, dunne haren van de vacht van sommige dieren. Mensen gebruiken wol (meestal afkomstig van schapen) voor kleding, dekens en dergelijke. De meeste wol wordt geproduceerd in Australië, China en Nieuw-Zeeland.
Wol vezels variëren in dikte, tussen 10 micrometer voor de fijne wol in de binnen vacht van het Merino schaap tot 40 micrometer in de buitenvacht van het Shetland schaap. De dunste vezels geven de minste irritatie op de huid. Maar sommige mensen kunnen echter zelfs niet tegen de fijnste wol en worden gek van het gekriebel. De meeste mensen krijgen last van kriebelen als de wol dikker is dan 28 micrometer. Dit is het jeukpunt.
Wol is een goede isolator tegen kou. Dit komt doordat er tussen de kleine gekrulde vezels van de wol zich veel stilstaande lucht bevindt en stilstaande lucht geleidt warmte zeer slecht. Alleen als het hard waait heeft wol minder goede eigenschappen. Wol kan veel vocht (tot 40% gewichtsprocenten) uit de lucht opnemen zonder zelf vochtig aan te voelen. Tot een vochtgehalte van 17% treedt geen verandering van de eigenschappen van de vezels op.
Wol heeft van nature een hoge elasticiteit. Dit betekent dat wol de neiging heeft terug te keren naar zijn oorspronkelijke vorm. Hierdoor verdwijnen de kreuken in wollen kleding dan ook snel. Een ander nadeel van wol is dat het gemakkelijk pluist en moeilijk wasbaar is.
Wol heeft een hoge rek en kan 30 tot 40% worden uitgerekt zonder te breken.
Wol is een teer weefsel en kan tegen weer en wind, en komt zolang het aan het schaap zit natuurlijk niet in aanraking met zeep en warm water. Truien die over een hemd of T-shirt gedragen , kan men beter niet te vaak wassen. Hetzelfde geldt voor mantels. Luchten kan vaak volstaan.
– Alpacawol is afkomstig van alpaca’s, die oorspronkelijk uit Zuid-Amerika komen. Deze wol is uitzonderlijk warm, licht en zacht. Door de holle vezel biedt alpacawol uitstekende thermische isolatie.
– Angorawol: afkomstig van het zeer langharige angora konijn
– Kasjmierwol is afkomstig van de Kasjmiergeit en staat bekend om zijn zachtheid en luxe. Deze wol is extreem fijn en licht, maar biedt veel warmte.
– Lamswol is de wol afkomstig van de eerste scheerwol van jonge lammetjes. Deze wol is superzacht!
– Merinowol is afkomstig van het Merinoschaap en staat bekend om zijn zachtheid en fijnheid.
– Mohairwol: Afkomstig van de Angorageit, is het zacht en glanzend, ideaal voor lichtgewicht kledingstukken en accessoires.
– Shetlandwol: Bekend om zijn sterkte en warmtevasthoudend vermogen, wordt het gebruikt in slijtvaste kledingstukken zoals truien en sokken.
– Zuivere scheerwol is een aanduiding voor wol die geschoren wordt van gezonde levende schapen. Zuivere scheerwol heeft een eigen keurmerk
zijde

Natuurlijke vezel gesponnen door de zijderups. Fijne glanzende onregelmatige draad.
Zijde is heel fijn, maar toch sterk en elastisch. Een zijdedraad kan tot wel 20 procent uitrekken voordat het knapt. De stof gaat heel lang mee. Daarnaast neemt het veel vocht op zonder dat de stof vochtig aanvoelt. De stof is isothermisch, dat wil zeggen dat het bij warm weer koel aanvoelt en bij koud weer juist warm. Ook is het antibacterieel en antistatisch. Pure zijde brandt heel slecht.
De zijderups leeft van de bladeren van de moerbeiboom. In het proces van transformatie tot vlinder spint de rups een cocon, die bestaat uit zeer dunne draden en lijm die hij zelf afscheidt. Zijde is de dunste en tevens naar verhouding de sterkste natuurlijke vezel die in de textielindustrie gebruikt wordt. Omdat zijde heel veerkrachtig is, zullen kreukels en vouwen snel uithangen. Zijde moet (net als wol) voorzichtig worden gewassen en gestreken. Was zijde bij voorkeur door een snelle handwas, met een wolwasmiddel.
Zijden weefsels zijn geliefd vanwege hun glans, souplesse en zachte textuur, maar de productie is kostbaar.n kan tegen weer en wind, en komt zolang het aan het schaap zit natuurlijk niet in aanraking met zeep en warm water. Truien die over een hemd of T-shirt gedragen , kan men beter niet te vaak wassen. Hetzelfde geldt voor mantels. Luchten kan vaak volstaan.
plantaardige stoffen
bamboo


Bamboe is een grassoort die heel snel groeit en weinig water nodig heeft. Van alle grassoorten is het de grootste. De snelst groeiende soort groeit maar liefst een meter per dag. De stengels zijn hol van binnen zoals vrijwel alle grassoorten. Zogenaamd bamboehout is dus geen echt hout, maar zogenaamd verhout gras
bamboe-lyocell – bamboe-linnen
Bamboe is gemaakt van cellulosevezels afkomstig van de bamboeplant
Als bamboe op de mechanische manier gemaakt is, is het eerst vermalen, dan verhit en zijn er natuurlijke enzymen aan toegevoegd waardoor een papperige massa ontstaat. Vervolgens zijn de vezels machinaal uitgekamd en gesponnen in een draad. De stof die zo gemaakt is, noemt men ook wel bamboe-lyocell (of bamboe-linnen). Deze methode is echter zeer arbeidsintensief en de stof is daardoor erg duur.
bamboe-viscose of bamboe-rayon
Veruit de meeste bamboekleding is dan ook op een chemische manier gemaakt. Aan de papperige massa worden dan chemicaliën toegevoegd. Dit wordt viscose genoemd. Stof die op deze manier bewerkt is, heet bamboe-viscose (of bamboe-rayon).
jute

jute is een lange, zachte, glanzende plantaardige bastvezel die tot ruwe, sterke draden kan worden gesponnen. Jute is één van de goedkoopste natuurlijke vezels en na katoen de meest gebruikte
Ten eerste is het een duurzaam en milieuvriendelijk materiaal. Jute is ook een sterk en duurzaam materiaal dat bestand is tegen scheuren, uitrekken en schuren. Hierdoor is het ideaal voor producten die een sterk en duurzaam materiaal nodig hebben, denk maar aan jute zakken.
Daarnaast is het van nature UV-bestendig en heeft het uitstekende isolerende eigenschappen, waardoor het geschikt is voor gebruik in verschillende klimaten. Jute stof is ook een veelzijdig materiaal dat in verschillende toepassingen kan worden gebruikt. Het kan worden geweven met verschillende texturen en diktes, kan worden geverfd om verschillende kleuren te krijgen, is gemakkelijk te bewerken en kan op verschillende manieren worden genaaid, gesneden en gevormd.
katoen

Al eeuwenlang is katoen een populaire stof voor kleding en decoratie. Kortom, een veel gekozen stof, die erg populaire stof is, met een groot assortiment van kleuren, patronen en motieven.
Katoen bestaat voor 100 % uit katoenvezels die afkomstig zijn van de katoenplant. Deze vezels zijn gesponnen tot garen en vervolgens geweven met diverse weeftechnieken, wat resulteert in variërende dichtheid, structuur en dikte van de stof. Door het grote aanbod aan kleuren, patronen en motieven is katoen een veelzijdige en veelgebruikte stof..
Katoenen stoffen kunnen op alle mogelijke manieren geweven zijn:
– een stevige keperbinding, een diagonaal verlopend graadmotief,
– een effenbinding met eenvoudige kruislingse structuur
– een satijnbinding, waarbij de op de bovenkant dominerende inslagdraad voor een zachte glans zorgt
linnen – lijnwaad


Linnen (ook wel lijnwaad genoemd) is een natuurproduct dat gemaakt is uit vlas, een plant die gedijt in een koeler en vochtiger klimaat. Door gebruik te maken van zon, regen en wind wordt linnen op zeer milieuvriendelijke wijze verkregen. Ook vraagt dit sterke gewas niet om bestrijdingsmiddelen en worden alle andere delen van de plant gebruikt. om onder meer olie mee te maken en en wordt door gebruik te maken van zon, regen en wind op zeer milieuvriendelijke wijze verkregen. Ook vraagt dit sterke gewas niet om bestrijdingsmiddelen.
Linnen is samen met andere natuurlijk bastvezels zoals hennep een van de stoffen met een de laagste ecologische voetafdruk. Bovendien zijn alle delen van de duurzame vlasplant bruikbaar en voor verschillende doeleinden te gebruiken. Van de zaden (lijnzaad) wordt olie gemaakt voor voedsel, verf, verschillende kleuren, vloerbedekking en cosmeticaproducten.
Van de vezels wordt draad en uiteindelijk linnen stof gemaakt
Linnen wordt niet alleen gebruikt om kleding te maken, maar ook voor grotere oppervlakken zoals tafelkleden en gordijnen en schilderdoeken. Ook werd en wordt het nog steeds veel gebruikt als bekledingsmateriaal van boekbanden. Ook is linnen gebruikt voor de bouw van vliegtuigen.
Linnendraad is sterk. Daarom is het traditioneel gebruikt voor kantklossen.
Een zeer dikke linnen naaidraad van linnen wordt vanwege de sterkte ervan ijzergaren genoemd.
half-synthetische stoffen
Een half-synthetische stof is gemaakt uit 100% natuurlijke grondstoffen en door middel van een chemisch proces verwerkt tot vezels. In tegenstelling tot natuurlijke stoffen is bij het produceren van half-synthetische stoffen het milieu niet belast met pesticiden en herbiciden.
acetaat

Acetaat is een half-synthetische vezel en is gemaakt uit chemisch veranderde cellulose. Acetaat is licht, maar toch stevig. Het materiaal lijkt sterk op natuurzijde, is zeer soepel, krimpt bijna niet, is kreukarm en snel droog. Acetaat gebruikt men vaak als voeringstof of om andere stoffen lichter te maken.
De basis voor acetaat is cellulose uit hout, bamboe of katoenlinters (een bijproduct van katoenproductie). De techniek erachter is daarentegen heel anders. De houtpulp ligt namelijk 20 uur lang in een bad met azijnzuur en andere zuren. Hierdoor slaat celluloseacetaat neer in vlokken. Deze vlokken worden opgelost in aceton en dat gefilterd. Nu heb je een goedje waar je garen kan spinnen. Door dit te drogen in warme lucht komt de aceton weer vrij en wordt het opgevangen en hergebruikt.
Acetaat stoffen lossen op in aceton, pas daarom op met vlekoplossers of nagellakremover.
crupo

Cupro wordt vervaardigd door plantaardige cellulose uit katoenafval en bamboe-pulp te behandelen met een koper ammoniakoplossing, waarna de vezels worden omgezet in een zachte en zijdeachtige stof.
Hoewel Cupro een chemisch productieproces vereist, wordt het beschouwd als milieuvriendelijk omdat de gebruikte chemicaliën volledig worden teruggewonnen en hergebruikt. Daardoor is de stof volledig recyclebaar en biologisch afbreekbaar. Dit maakt de stof goed voor het milieu.
Lyocell – tencel

Lyocell wordt geproduceerd uit houtsnippers meestal afkomstig van eucalyptusbomen, deze bomen zijn afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. De grondstof voor deze vezel is houtpulp net als voor viscose. Het kenmerkende verschil zit in het oplossen van de houtvezels. Daar erbij viscose schadelijke bijproducten ontstaan is dit geen milieuvriendelijk proces.
Deze nadelen heeft men bij lyocell ondervangen door een nieuw oplosmiddel te gebruiken en door het proces zo te veranderen dat een gesloten kringloop ontstaat, waarbij het oplosmiddel teruggewonnen wordt.
De eigenschappen van de vezel komen over het algemeen overeen met die van viscose, maar de sterkte in natte toestand is beter en de vezel kreukt minder.
Lyocell wordt onder de merknaam Tencel op de markt gebracht.
modal

Modal is een andere kunstmatige vezel die uit cellulose van beukenhout verkregen is .
In vergelijking met viscose heeft modal een een langere levensduur, valt het soepeler en biedt meer draagcomfort. Het materiaal is robuust, slijtvast en gaat daardoor lang mee. Het is bovendien beter bestand tegen hitte dan katoen en behoudt langer zijn vorm. Doordat de stof vrijwel niet kneutert en gemakkelijk te strijken is, kan men modal stof voor vrijwel alle kledingstukken gebruiken.
Een ander voordeel van modal stof is, dat het goed vocht opneemt en ook weer snel droogt. Hierdoor je je minder snel plakkerig voelt op een warme dag. Verder heeft de stof een verkoelende werking. Beide genoemde eigenschappen maken de stof zeer geschikt om zomerkleding van te naaien. Modal stof is bovendien een stof, die losjes langs het lichaam valt en mede daardoor de ideale stof is voor het maken van blouses en jurken. Met de prachtige matte glans van deze gladde stof ziet het er bovendien ook nog eens super chique uit! Het is een gladde stof, die snel kan weg glijden
Modal stof is een geweldig alternatief voor katoen. Het verven van modal is een stuk makkelijker, en daarmee duurzamer dan katoen. Daarnaast kan modal beter tegen wassen en behoudt het zijn kleur, is het ademend, licht in gewicht. Hierdoor is het de ideale stof voor de mooiste zomerkleding.
Met de prachtige matte glans van deze gladde stof ziet het er bovendien ook nog eens super chique uit! Het is een gladde stof, die snel kan weg glijden
viscose – Rayon


Viscose is een zachte en comfortabele stofsoort. Daardoor is het een veelgebruikte stof in de modebranche. Want comfort en luxe blijkt een gewilde combinatie te zijn.
Viscose is geen natuurlijk, maar ook geen synthetisch weefsel dat chemisch geproduceerd is, maar bestaat uit 100% natuurlijke grondstoffen. De grondstof voor deze stof is houtpulp van onder meer de beuk, spar en eucalyptus. Uit de houtpulp van beuk, spar of eucalyptus wordt cellulose gewonnen. Dit wordt gemengd met natronloog en valt daardoor uiteen. Door daarna zwavelkoolstof toe te voegen ontstaat een taaie massa (viskos=taai, weet je meteen waar de naam vandaan komt!). Vervolgens is deze taaie massa dan weer door een mal met kleine gaatjes geperst, waardoor lange sterke draden ontstaan, die dan tot stoffen worden geweven.
Viscose is zacht en dat zorgt voor draagcomfort. Het heeft een mooie, luxueuze uitstraling . De stof absorbeert goed vocht en water en blijft bij warm weer koel en luchtig aanvoelen.
Het behoudt goed zijn kleur maar kreuk relatief snel, daarom worden meestal andere vezels toegevoegd.
synthetische stoffen
acryl – Acrylvezel – polyacryl – polyacrylonitril – dralon

Acryl is een synthetische vezel die veel op wol lijkt. Synthetische vezels hebben een slijtvast karakter. Het materiaal is net als wol zacht, warm en kreukt niet. Een ideale vervanger indien je allergisch bent voor wol. Het nadeel van acryl is dat het sneller pilt. Ook wel pluizen of opwollen genoemd.
Acryl of polyacrylonitril (PAN) is een kunststofvezel die voornamelijk bekend staat om de zachte textuur en isolerende eigenschappen. Bovendien is acryl als materiaal makkelijk te bewerken en licht van gewicht. Acryl wordt regelmatig gemixt met andere stoffen zoals katoen, polyester en wol om het te versterken. In het geval van wol zorgt polyacryl er ook voor dat het minder kriebelt.
Acryl stof is niet alleen aangenaam warm en comfortabel, maar ook vormvast. Dit houdt in dat de stof niet snel krimpt of vervormt in de was. Daar staat tegenover dat acryl kledingstukken minder ademend zijn dan kleding gemaakt van natuurlijke vezels.
De acrylvezels kan men spinnen tot een draad die heel donzig is. Het materiaal is zacht en warm, licht in gewicht en zeer goed bestand tegen zonlicht. Daarnaast is het kleurvast, vormvast en kreukvrij. Ook is het sterk en krimpt en jeukt het niet zoals wol dat wel kan doen.
elastaan – elastomeer garen

Het kenmerk van elastaan is dat het tot 6 keer de oorspronkelijke lengte uitgerekt kan worden en dan bij wegnemen van de spanning tot de oorspronkelijk lengte terugkeert. Met andere woorden, elastaan heeft een elastische rek van 600%. en zorgt daarom voor een hoog comfort in kleding. Als je een product met elastaan erin helemaal uitrekt, springt het weer terug naar de originele vorm. Badkleding wordt dan ook vaak van dit materiaal gemaakt.
Elastaan is een elastomeer die als vervanger van rubber wordt gebruikt en wordt daarom ook wel synthetisch rubber genoemd. De voornaamste merknamen zijn Dorlastan (Bayer) en Lycra (Du Pont).
Elastaan wordt gebruikt in steunende en corrigerende artikelen zoals steunkousen, enkelbanden e.d., in badpakken en als bijmenging in kleding, zoals in boorden van kleding en in spijkerbroeken en T-shirts, zodat deze soepeler en elastischer worden.
Elastaan wordt vaak gecombineerd met andere vezels, zoals katoen, polyester of nylon, om de eigenschappen van de textiel te verbeteren.
– Het geeft veel flexibiliteit en bewegingsvrijheid.
– De stof helpt om de vorm van kledingstukken te behouden, waardoor ze niet uitrekken of lubberig worden, maar terug in hun originele vorm springen.
– Elastaan is sneldrogend en dat maakt de stof ideaal voor sportkleding.
Het behoudt zijn elasticiteit en vorm, zelfs na herhaaldelijk wassen en dragen.
– Elastaan is goed bestand tegen bijvoorbeeld zonlicht en zout water. Ideaal voor zwemkleding dus.
Elastaan glanst, wordt vaak gebruikt in stoffen die erg rekbaar moeten zijn en dit in combinatie met viscose, katoen en polyester. Hierdoor is het zeer geschikt voor ondergoed, binnen- en buitenkleding, zwemkleding, fietskleding en bijna alle sportkleding. Het materiaal is lichtgewicht, glad, soepel, zacht en bestand tegen lichaamsolie, transpiratievocht en zonlicht. De stof heeft een hoog ademend vermogen en vochtafdrijvende eigenschappen..
Stoffen met een lager elastaan gehalte kunnen voor veel meer kledingstukken gebruikt worden: jurken, sweaters, (stretch)broeken, tops, t-shirts en ga zo maar door.
De stof wordt toegepast in bijna alle kledingstukken met stretch
neopreen

Neopreen is een elastomeer en dus een synthetisch rubber. Het wordt verkregen uit de polymerisatie van chloropreen. Het is ontwikkeld als vervanger voor natuurrubber,
In de zwemsport is neopreen in gebruik genomen omdat neopreen zwempakken het drijfvermogen van de zwemmer zodanig vergroten dat deze minder diep in het water komt te liggen.
polyester

Polyester stoffen : Terylene PA – Polyamide/Nylon PES – Polyester Dacron
Merknamen: Dralon, Tergal , Terlenka, Textileen ,Trevira, Diolen, Texture of Burlington
Tegenwoordig is er een bijna onoverzichtelijk aantal zogenaamde polyestervezelstoffen (PES), die gebaseerd zijn op polyamide, polyacryl, polypropyleen en dergelijke. Ze hebben gemeenschappelijk dat ze volgens chemisch-technische processen zijn geproduceerd.
Polyester is een kunststof die met behulp van het smeltspinproces is geproduceerd. Het behoort tot de kunststof-familie waar ook PET (polyethyleentereftalaat) toebehoort. De kunststof is eerst sterk verhit en gesmolten om daarna, de taaie, vloeibare massa, door spindoppen te persen. Op die manier ontstaan lange vezels, die door enorm snelle afkoeling weer hard worden. Naargelang de instelling van de spindoppen kunnen ronde, hoekige, fijne, sterke, glanzende of zelfs glinsterende vezels worden gemaakt. Tot slot worden ze uitgerekt, opgeklost en later verder verwerkt tot kleding of ander textiel. De fijnheid van de vezels kan variëren van heel fijn tot grof.
Microvezels bieden de mogelijkheid om stoffen met zachte en fijne soepel vallende kwaliteiten te realiseren, waarbij de grovere vezels geschikt zijn om de stijvere, vormvaste textielsoorten van te maken. De productie van polyester is zeer kostenefficiënt, wat dit product extra geliefd maakt om te verwerken.
Polyester is een synthetische stof die erg stevig is en zowat niet kreukt. Dit maakt dat de stof lang goed blijft en voorkomt dat je de stof vaak zal moeten strijken.
Met andere woorden de eigenschappen van polyester zijn : stevig materiaal, synthetisch, kreukvrij , krimpvrij , behoudt goed de kleur (bestand tegen UV-straling) , waterafstotend,…. maar ademt niet.
Polyester Stof kom je overal tegen. Vaak zonder dat we het weten. Dat deze synthetische stof zo veelvuldig wordt ingezet, komt door de praktische eigenschappen. Dit textiel is water- en vuilafstotend, vormvast en houdt zeer goed kleuren vast. Daarentegen voelt polyester wat zwaar aan, maar toegevoegd aan andere textiel weefsels fungeert het als een soort weefselverbeteraar en helpt het onder meer katoen en wollen stoffen makkelijker in onderhoud, slijtvaster en beter houdbaar te maken.
De kunstvezels zijn onderhoudsarm, stabiel, scheur- en slijtvast. Daarenboven kan het eigenlijk altijd zonder problemen in de wasmachine worden gewassen, dankzij de elasticiteit is het zo goed als kreukvrij. Daarom is strijken vaak helemaal niet nodig. Twee nadelen van polyester zijn echter dat het warmtegevoelig en niet ademend is. Om dit af te zwakken, is de kunststof vaak gemengd met andere textiele weefsels of is gebruik gemaakt van speciaal gevormde vezels, die het oppervlak vergroten
polyamide – nylon

Merknamen : Cordura, Kevlar, Nomex, Nylon, Perlon, Tactel, Technora, Teijinconex, Twaron.
Deze stoffen staan beter bekend onder de merknaam Nylon, maar heeft naast de bekende nylonkousen nog veel meer toepassingen. In kleding is polyamide vaak gemengd met natuurlijke vezels, zoals wol, katoen of viscose. Dit zorgt voor een versterkend effect. Er wordt ook gesproken van Travel stof, omdat kledij van dit materiaal om weinig onderhoud vraagt.
Polyamide is een synthetisch polymeer en is gemaakt uit een verwerking van kunststoffen die worden gewonnen uit organische grondstoffen, zoals: olie, aardgas en steenkool. Polyamide wordt ook wel het zusje van polyester genoemd. Dit vanwege de vergelijkbare eigenschappen. Polyamide is echter van andere polymeren gemaakt en duurzamer (en duurder) dan polyester.
Polyamide vezels zijn uitzonderlijk sterk. Behalve in kousen wordt nylon ook gebruikt voor tule, organza of samenstellingen met viscose, elastaan of andere grondstoffen.
Textiel motieven
Er zijn enkele specifieke motieven die basisbegrippen zijn in de textiel wereld.
paisley motief

Paisley, een ander basisbegrip in de textielwereld, is de aanduiding voor een gestileerd textiel-motief, dat grofweg een soort van bladvorm met een spits toelopend einde voorstelt, een soort grote komma. De naam is afkomstig van de “in Schotland gelegen stad Paisley”. Deze stad was in de 19e eeuw een belangrijk centrum van de textielindustrie.
Het motief is echter niet Schots van oorsprong. Het werd al gebruikt ten tijde van de Perzische dynastie, die het via de Mongolen naar India exporteerden. Britse koloniale soldaten namen uit hun kolonie kasjmieren sjaals , die met dit motief voorzien waren, mee terug. Onder meer door het gebruik aan het hof van Victoria, is het motief al snel populair, maar door de met de import verbonden hoge kosten bleef het gebruik voorbehouden aan de hogere klasse.
Dit was een kolfje naar de hand van de Schotse textielproducenten, die al snel van op hun jacquardgetouwen van plaatselijk geproduceerde wol veel goedkopere replica’s produceerden.
Het motief is nog steeds populair, en men komt het, overigens nog vooral in het Verenigd Koninkrijk, tegen op stropdassen, sjaals, en ook in meubilairbekleding . Het patroon is heden ten dage zelden geweven. Het is nu meestal gedrukt.
tartan of schotse ruit

Tartan of schotse ruit is een geruite, wollen stof,
Het patroon van een tartan is gemaakt door met afwisselende stroken gekleurde draden te weven, zowel in de schering als in de inslag. Op de kruispunten van dezelfde kleur wordt deze helderder, dan als de draad een andere kleur kruist. De resulterende kleurenblokken herhalen zich in verticale en horizontale richting.
polkadot

Polkadot is een patroon bestaand uit een veld gevuld met bolletjes, meestal van gelijke grootte en met een gelijke afstandsverhouding. De bolletjes liggen meestal ook vrij dicht bij elkaar in verhouding tot hun diameters.
pied-de-poule – hanenvoet

Pied-de-poule (ook wel hanenvoet) is een tweekleurig textielpatroon en dankt zijn naam aan de gelijkenis met de klauwafdruk van een haan..
Pied-de-poule is een van de klassieke ruitpatronen. Het is een tweekleurige, gebroken ruit met verlengde hoeken in een gekarteld patroon. De hoeken zijn in een rechte hoek met elkaar verbonden door kleine horizontale en verticale verlengstukken.
De meest voorkomende kleurvariant is : zwart-wit, hoewel ook vaak andere kleuren gebruikt zijn.
prince-de-galles of Prince of Wales

Dit bestaat uit een fijn weefsel met verticale en horizontale strepen van verschillende breedte, die een ruitpatroon vormen. Het geweven resultaat bestaat uit telkens vier vakken, die er verschillend uitzien. Een van de vakken heeft het pied-de-poulepatroon.
toile de Jouy

Toile de Jouy is een luxe motief met romantische motieven zoals personages, bloemmotieven of landschappen.
De dessins zijn meestal van een kleur op een ecru achtergrond . Soms zijn de kleuren omgekeerd: dat wil zeggen dat we ecru dessins kunnen hebben op gekleurde achtergronden.
vichy

Het alom gekende ruitjespatroon , ook wel boerenbont , boerenruit of gingham genoemd
vierkante ruitjes, die uit twee kleuren bestaan en waarvan een bijna altijd wit is.